Het coronavirus is koud op zijn retour of een ‘nieuwe’ crisis bedreigt de arbeidsmarkt: krapte. Waar vorig jaar nog werd gewaarschuwd voor massawerkloosheid bedreigen personeelstekorten nu het economisch herstel. Waar is toch het personeel gebleven?
‘Ongekende stijging werkloosheid’. ‘Ontslaggolf nauwelijks te stoppen’. Het is nog geen jaar geleden dat deze en andere kranten openden met die onheilstijdingen. Het coronavirus hield huis op de arbeidsmarkt. Er ging een recordaantal banen verloren, experts vreesden dat het ergste nog moest komen.
En nu: er rijden minder treinen omdat Prorail de roosters niet rondkrijgt. Netbeheerder Alliander kan door een tekort aan personeel in sommige Amsterdamse buurten geen nieuwe huishoudens op het stroomnet aansluiten. Uitzendreus Randstad, dat het tweede kwartaal vorig jaar nog een verlies noteerde van 57 miljoen euro, waarschuwt voor een tekort aan honderdduizenden uitzendkrachten.
Het hoogtepunt van de vierde coronagolf ligt koud achter ons of ondernemers luiden opnieuw de noodklok. Nu vanwege een heel ander probleem: het tekort aan personeel.
Volgens arbeidsmarktexpert Freek Kalkhoven van het UWV betreft het steeds meer beroepsgroepen, over de hele breedte van de arbeidsmarkt: van docenten tot juristen tot koks. ‘Ik sprak een ondernemer met twee horecazaken in Utrecht. Die heeft de hele pandemie niet zoveel stress gehad als nu. Hij moest drie dagen in één week dicht door een tekort aan personeel. We hebben de ene arbeidsmarktcrisis achter ons en gaan nu op naar de volgende.’
Vóór de coronacrisis
De onrust mag groot zijn, toch is de krapte op de arbeidsmarkt allesbehalve nieuw. Vlak voor het uitbreken van de coronacrisis, in 2019, brak die nog records. Op honderd vacatures waren slechts 93 werkzoekenden. Het Centraal Bureau voor de Statistiek telde in twintig jaar niet zo weinig werklozen.
Daarna nam het aantal werklozen in het eerste kwartaal van de pandemie met een recordaantal toe, maar is het inmiddels weer terug op het niveau van vóór de crisis. Met 3,3 procent heeft ons land, samen met Tsjechië, het laagste percentage werklozen van de Europese Unie. In het eerste kwartaal van dit jaar, toen Nederland nog in lockdown zat, nam het aantal openstaande vacatures alweer toe tot 250 duizend. De spanning op de arbeidsmarkt liep op tot 73 werkzoekenden per 100 vacatures.
Daarmee lijkt de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog niets meer dan een kortstondige trendbreuk. Maar dat is niet het hele verhaal, stelt arbeidseconoom Arjan Heyma van SEO Economisch Onderzoek. De coronacrisis heeft een stoelendans op gang gebracht. ‘In de sectoren die zijn getroffen, zijn veel mensen vertrokken. Maar iemand uit de horeca kan niet zomaar aan de slag bij ASML. Dus in de sectoren waar al krapte was, en die niet te lijden hadden onder de pandemie, is die onverminderd groot gebleven. In getroffen sectoren die nu weer open mogen, staan ze met lege handen.’
Jongeren studeren langer
Waar die werkenden dan zijn gebleven? Sommigen gingen aan de slag in een andere sector, bijvoorbeeld bij de GGD’s, die afgelopen jaar opschaalden van 12 duizend naar 40 duizend fte’s. Anderen trokken zich helemaal terug van de arbeidsmarkt. Het gaat dan bijvoorbeeld om arbeidsmigranten die zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst. ‘En nog belangrijker’, zegt Heyma, ‘er zijn veel minder jongeren de arbeidsmarkt opgegaan. Mbo-ers zijn bijvoorbeeld gaan doorleren of doen langer over hun studie.’
Bovendien zijn er nog altijd werkenden die doorbetaald op de bank zitten met de loonsubsidie NOW. Tegen het advies van het Centraal Planbureau in besloot het kabinet de coronasteun, waarmee in totaal naar schatting 80 miljard euro is gemoeid, begin deze zomer te verlengen. Hoewel het animo voor de zesde steunronde flink is afgenomen, maken er volgens een schatting van ABN Amro nog altijd 100- tot 150 duizend werkenden gebruik van. Sommige economen pleiten er daarom voor om de steun per direct te stoppen. Zo komt die groep beschikbaar voor de arbeidsmarkt.
Volgens Heyma is dat te simpel gedacht. ‘Je kan die poppetjes niet direct overzetten naar een andere plek.’ En als het huidige personeelstekort in de horeca iets bewijst, dan is het wel dat een krimpsector na heropening in no-time een groeisector kan worden. Als personeel uit bijvoorbeeld de evenementenbranche niet langer loonsubsidie krijgt en aan de slag gaat in de zorg, zijn bedrijven in die sector straks veel waardevolle tijd kwijt met de zoektocht naar werknemers als ze weer open kunnen.
Structurele oplossingen
De aanpak van het personeelstekort vraagt dan ook om structurelere oplossingen. Want zolang het economisch voor de wind blijft gaan, zal Nederland tegen de grenzen van groei aanlopen. En vanwege de vergrijzing, waardoor meer mensen met pensioen gaan dan er aan het werk gaan, zal de arbeidsmarkt de komende decennia veroordeeld zijn tot krapte. Dat kan grote maatschappelijke gevolgen hebben. Een tekort aan docenten kan leiden tot minder (goed) onderwijs, een gebrek aan technici tot een stokkende energietransitie en te weinig bouwvakkers zal de woningnood nog groter maken.
Voor de oplossing zal straks ongetwijfeld worden gekeken naar de deeltijdwerkers, arbeidsmigranten en gepensioneerden. Volgens Heyma hebben tekorten onvermijdelijk hogere lonen en verdere technologische vernieuwing tot gevolg. Digitalisering heeft de afgelopen maanden bij de banken al personeel overbodig gemaakt. En ook voor de gestresste Utrechtse horeca-uitbater biedt technologie mogelijk een oplossing: de ober kan immers vervangen worden door een qr-code op de terrastafel.
Bron: De Volkskrant 18 mei 2022